De Westwijk in Vlaardingen was in de periode 1958-1963 een snelgroeiend
stadsgedeelte, in 5 jaar tijd groeide de wijk van 3.000 naar 15.000 inwoners.
In deze periode kerkten de hervormden in een fraaie “noodkerk” met 200
zitplaatsen, die na enkele jaren al weer te klein werd en er dubbele diensten
werden gehouden.
Nog weer enkele jaren later werd een kerkruimte in een school in de Zuidbuurt
in gebruik genomen.
Deze snelle ontwikkeling, gevoegd bij de enorme groei van gesprekskringen,
van de catechisaties en van het jeugdwerk, is de voorbereider geweest voor de
bouw van een kerk met veel nevenruimten, een destijds nog tamelijk
ongebruikelijke wijze van kerkbouw.
De Centrale Kerkvoogdij besloot een architect aan te stellen voor een nieuw
kerkgebouw.
Architect J.B. Baron van Asbeck te Driebergen werd de ontwerper van het
gebouw.
Het aannemersbedrijf H. Simon te Vlaardingen kreeg de opdracht om de kerk te
bouwen.
De elektrische installaties werden verzorgd door de firma Croon & Co te
Rotterdam en voor de verwarmingsinstallaties kreeg de firma Bronswerk te
Rotterdam de opdracht.
De drie klokken in de toren werden geleverd door de Koninklijke Eijsbouts te
Asten.
De klokken in de toren zijn verschillend van grootte en gewicht. De kleinste
klok “Geloof” heeft een diameter van 611 mm en een gewicht van 142 kg. De
middelste klok “Liefde“ meet 686 mm en weegt 203 kg.
De grootste klok “Hoop” tenslotte meet 816 mm bij een gewicht van 338 kg.
De aanschafprijs bedroeg destijds fl. 11.390,-.
Wanneer zij tezamen luiden geven die verschillen een harmonieuze drieklank te
horen. Elke klok heeft een opschrift waarvan de tekst genomen is uit gedichten
van Jan Wit. Een bronzen plaquette in de hal van de kerk memoreert de tekst van
deze opschriften.
De ontwerper van de glas-in-beton ramen was de kunstschilder J. Meine Jansen
te Driebergen.
Het totale complex vergde een investering van fl. 1.198.776.96 en werd
gerealiseerd in ca. 450 werkbare dagen.
Nadat de palen geslagen waren en de fundering aangebracht was, konden op 30
november 1963 de 18 “eerste stenen” worden gelegd, dit werd gedaan door
één oudere, de heer A. van der Kaay, voorzitter van de bouwcommissie, en door
17 jongeren, afgevaardigden van de zondagschool, jeugdclubs en scholen.
Dit functioneel wijkcentrum , een huis der gemeente, evenzeer
gemeenschapshuis, een gebouw voor de gehele wijk en voor de gehele week,
inclusief een dagkapel voor elke dag, een kerkzaal met 523 zitplaatsen en als
het nodig was uitgebreid naar 750 zitplaatsen, werd op 21 mei 1965 feestelijk in
gebruik genomen.
Dankzij een grote bouwactie, die fl. 25.000,- opbracht, werd het mogelijk om
voor dit bedrag zes zeer fraaie glas-in-lood-beton ramen met hun broden, vogels
en vissen alsmede de luidklok “liefde” aan te schaffen. Deze laatste werd
één der drie klokken in de toren van de kerk.
Nog steeds luiden ze “geloof, hoop en liefde” en vertolken de ramen “
leven vol geestdrift ”.
Het verhaal van de ramen is door de kunstenaar ontworpen op grond van een
bijbels-theologische schets van ds. J.W. de Jong.
De 6 thema’s van de ramen zijn: Vis en slang, brood en steen, De wonderbare
visvangst, Brood en vissen, de vis voor ons uit, Vogels en vissen en Vogel en
Vis.
De vis voor ons uit | Brood en vissen | Vogel en vis |
In 1985 werd de Gereformeerde Maranathakerk verkocht, wat het tijdperk
inluidde van een “Samen-op Weg” gedachte , die uitstekend is verlopen en
uitmondde in een zeer nauwe samenwerking tussen de Hervormd/Gereformeerde
Wijkgemeente Ichthuskerk.
Foto's van de kapel:
Bronnen: