Plantagekerk
Over de bouw van deze Christelijk
Gereformeerde Kerk aan de Nieuwstraat en de pastorie is helaas niet veel bekend.
Op 10 april 1871 is het contract voor de bouw getekend. De heer J. Vrijland
heeft deze kerk en pastorie voor eigen rekening laten bouwen, de kerk was dus
zijn eigendom.
Wel heeft hij per testament bepaald dat de, toen nog Christelijk Gereformeerde,
kerk het recht van koop had.
De timmerman Ris maakte het bestek en de tekeningen, op 25 april 1871 vond de
aanbesteding plaats. De totale bouwkosten bedroegen fl 22.234,03
Na een vertraging is het kerkgebouw op 18 februari 1872 in gebruik genomen met
een kerkdienst waarin prof. A. Brummelkamp voorging.
Op 5 november 1891 besluiten de kerkraden van de Christelijk Gereformeerde Kerk
en de Nederduitsch Gereformeerde Kerk de weekdiensten (op de donderdagavond)
voortaan gemeenschappelijk te houden. De ene week in de Plantagekerk en de
andere week in de Oosterkerk. De weg naar de inéénsmelting is ingeslagen.
Op 22 juni 1892 houdt de kerkenraad van de Nederduitsch Gereformeerde Kerk zijn
laatste vergadering.
Voortaan is de naam: Gereformeerde Kerk van Schiedam.
Op 12 juli 1912 vindt een aanbesteding plaats om de Plantagekerk te vergroten,
waarbij een gedeelte van de pastorie en de vroegere consistorie bij de kerk
getrokken zullen worden.
In het officiële bestek staat vermeld waaruit de verbouwing precies bestaat.
Die betreft: "het gedeeltelijk afbreken der pastorie en de zuidelijke
zijgevel der kerk, het maken van een uitbouw en geheel nieuwe gaanderij en het
doen zakken van de bestaande gaanderij".
Reeds op 31 oktober 1912 wordt de vernieuwde Plantagekerk weer in gebruik
genomen, waarin de Schiedamse predikanten Ds. Goslinga en Ds. Jonkers het woord
voeren.
Door een gebrek aan zitplaatsen wordt besloten een tweede verbouwing te doen
plaats vinden voor de Plantagekerk. Dit besluit wordt op 26 februari 1923
genomen. De kosten waren begroot op fl 10.000,- , maar doordat vaklieden uit de
gemeente zich vrijwillig ter beschikking stelden, konden de kosten met ± fl
3.600,- worden gedrukt.
Er werd een middengalerij aangebracht waardoor het getal plaatsen met 150 kon
worden vermeerderd.
De verbouwde Plantagekerk is vermoedelijk in september of oktober 1923 in
gebruik genomen.
Op 23 december 1954 wordt een bod gedaan op de koop van de Plantagekerk door de
"Stichting tot instandhouding ener kerkgemeenschap te Schiedam ter
verbreiding van de Gereformeerde leer volgens de synode van 1618/1619".
Het bod bedraagt fl 75.000,-.
De kerkenraad heeft op 9 mei 1955 het besluit genomen om de kerk te verkopen aan
voornoemde Stichting onder de voorwaarde dat men nog zou mogen blijven kerken
tot de nieuw te bouwen Zuiderkerk gereed zou zijn.
Op Zondag 28 april 1959 nam de Gereformeerde Kerk afscheid van de Plantagekerk
met twee diensten, die geleid werden door Ds. Couvée in de morgendienst en Ds.
Krijger in de middagdienst.
Bron: “ De Geschiedenis van de
Gereformeerde kerk van Schiedam”.