Oosterkerk

Orgelgegevens

De Gereformeerde Oosterkerk was gelegen aan de voet van de dijk, zoals links op de exterieurfoto net is te zien. De eerste steen werd gelegd op 3 Oktober 1889 door de 10-jarige Hoyte Veder, zoon van de plaatselijke predikant In de top van de voorgevel werd een steen aangebracht met de tekst: “ 2 KRON: 6 vers 20”. De kerk werd ingebruik genomen op 10 April 1890 door de Nederduits Gereformeerde Gemeente te Schiedam (“ de Dolerenden”, later opgegaan in de Gereformeerde Kerk). In 1914 vindt er een verbouwing van de kerk plaats, waarbij de kerkvloer werd verhoogd , deuren en raamkozijnen werden bijgemaakt en  een galerij werd geplaatst. Tevens werd het orgel verplaatst naar die galerij. Op 5 mei 1919 wordt bij de fa. van der Kley een nieuw orgel besteld,en op 10 juni 1920 wordt het orgel feestelijk in gebruik genomen door de heer W.A. Houtman, die op 13 december 1911 werd benoemd als organist van de Oosterkerk tegen een vergoeding van fl 20,- per jaar.

In 1920 werd het gebouw van elektrisch licht voorzien. In 1923 werd het aantal zitplaatsen met 40 uitgebreid, kosten fl 1.100,- .

In 1930 onderzocht de kerkenraad van de Gereformeerde kerk of de kerk niet moest worden verkocht. Besloten werd het gebouw te handhaven.
In 1987 werd besloten de kerk te sluiten en eind 1987/1988 is de kerk gesloopt.

Bronnen: “Scydam” 25e jaargang nr. 1 Maart 1999 en “De Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk van Schiedam”

Orgelgegevens