Dit orgel werd in de jaren
1884-1885 gemaakt door de orgelmakers E. Leichel en Zn uit Hummelo.
De dispositie luidde:
Hoofdwerk |
Bovenwerk |
Pedaal |
Bourdon 16 |
Lieflijk Gedekt 8 |
Aangehangen |
Prestant 8 |
Salicionaal 4 |
|
Viola di Gamba 8 |
Fluit Travers 4 |
|
Holpijp 8 |
||
Octaaf 4 |
||
Fluit 4 |
||
Quint 3 |
|
|
Octaaf 2 |
||
Trompet 8 |
Klavierkoppel
Aangehangen Pedaal
Rond 1965 werkte de orgelmaker
Van Oosten aan het orgel. Omdat de orgelgalerij kleiner werd, moest de
oorspronkelijke magazijnbalg verdwijnen en werd de windvoorziening
gemoderniseerd. Dispositie en klankbeeld werden ook gewijzigd.
Op het hoofdwerk werd de Bourdon 16 vervangen door een Mixtuur. Op het
bovenwerk werden alle drie stemmen vervangen: de nieuwe dispositie luidde:
Quintadeen 8, Fluit 4, Fluit 2. Een vrij pedaal werd toegevoegd in een
aparte kas. De Bourdon 16 van 1885 werd hierop geplaatst, alsmede een nieuwe
Octaafbas 8.
Tenslotte werd het pijpwerk op grote schaal doorgezaagd om de opsneden te kunnen
verlagen.
Niet alleen de onbevredigende
resultaten van deze werkzaamheden, ook de toestand van de windladen maakte een
nieuwe restauratie noodzakelijk. Bij onderzoek bleek dat de lade van het
Hoofdwerk niet te handhaven was. Het cancellenraam was weliswaar van eiken, de
scheiden waren van vuren. Besloten werd, een nieuwe lade te maken, en daarbij de
bruikbare oude onderdelen te gebruiken. Zo zijn uiteindelijk in de nieuwe
situatie de stokken, roosters, delen van de ventielkast en de ventielen van
Leichel opnieuw gebruikt.
De indeling werd ook verbeterd. de Mixtuur kwam nu tussen Octaaf 2 en Trompet
te staan, een Cornet werd toegevoegd, vooraan op de lade geplaatst. De Bourdon
16 keerde niet terug.
De overige laden ondergingen normale herstelwerkzaamheden, de lade van het
Bovenwerk werd met ιιn plaats vergroot.
De pedaalmechaniek en pedaalkoppel van Van Oosten werden geheel vernieuwd. Het
intonatiebeeld onderging herziening, waarbij de opsneden verhoogd werden tot het
bij Leichel gangbare beeld.
De klaviatuur, links aan de zijkant, behield de oorspronkelijke aanleg:
klavieren en registerknoppen zijn nog authentiek. Ook de mechanieken van de
beide manualen zijn grotendeels oud, voor het Hoofdwerk werd evenwel een
verstelbare winkelbalk aangebracht.
Deze restauratie werd in 1982 uitgevoerd door de orgelmakers N.D. Slooff te
Ouderkerk aan de IJssel.
De dispositie luidt thans:
Hoofdwerk: C-f3 |
Bovenwerk: C-f3 |
Pedaal C-dΉ |
Prestant 8 |
Holpijp 8 |
Subbas 16' |
Viola di Gamba 8 |
Roerfluit 4 |
Octaafbas 8' |
Holpijp 8 |
Nasard 3 |
|
Octaaf 4 |
Fluit 2 |
|
Fluit 4 |
||
Quint 3 |
||
Octaaf 2 |
||
Mixtuur 3-4st. |
||
Cornet 4' | ||
Trompet 8' |
Klavierkoppel
Pedaalkoppel
Adviseur bij de restauratie was Willem Hόlsmann, namens de Orgelcommissie van de Ned. Herv. Kerk.
Bron: